-
1 vastzitten
2 [vastgehecht zijn] être fixé3 [in gevangenschap zitten] être en prison4 [gebonden zijn aan] être engagé♦voorbeelden:in het ijs vastzitten • être pris dans la glacevastzitten in de file • être pris dans les encombrementsin de modder vastzitten • être embourbédaar zit heel wat aan vast • cette affaire est complexe -
2 vastzitten
2 [vastgehecht zijn] be stuck/fixed♦voorbeelden:vastzitten in de file • be stuck in a tailbacker zit een groot risico aan vast • it involves (a) great risk5 hij heeft het beloofd; nu zit hij eraan vast • he made that promise, he can't get out of it now -
3 сидеть на мели
vgener. vastzitten, aan de grond zitten, op het droge zitten (о судне) -
4 haken
-
5 haken
1 [met een haak grijpen, blijven vastzitten] s'accrocher (à)2 [+ naar][hevig verlangen] aspirer (à)1 [m.b.t. handwerken] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 faire du crochet; 〈 overgankelijk werkwoord〉 faire (qc.) au crochet1 [+ aan][aan een haak bevestigen] accrocher (à) -
6 steken
1 [algemeen] piquer2 [verwonden] blesser (avec un objet pointu)3 [grieven] blesser4 [opbergen; bevestigen] mettre♦voorbeelden:haar ogen steken van de slaap • elle a les yeux lourds de sommeilde zon steekt • le soleil piquehij had de agent een mes in de rug gestoken • il avait planté un couteau dans le dos de l'agentiemand overhoop steken • poignarder qn.hij stak zich met een speld in de vinger • il s'est piqué le doigt avec une épingleeen ring aan zijn vinger steken • mettre une bagueeen stok in de grond steken • enfoncer un bâton dans le soleen bril in de koker steken • ranger des lunettes dans leur étuizich in het zwart steken • s'habiller en noiriets in elkaar steken • monter qc.1 [vastzitten] être coincé2 [ergens zijn] se trouver3 [doorborend kijken] lancer des regards méchants♦voorbeelden:1 ergens in blijven steken • être coincé qp.ergens blijven steken • rester en panne qp.het mes stak in de boom • le couteau était planté dans l'arbredaar steekt iets achter • il y a qc. là-dessousuit de toren stak een vlag • il y avait un drapeau sur la tour→ link=nauw nauw -
7 klemmen
♦voorbeelden:zijn vinger(s) tussen de deur klemmen • jam one's finger(s) in the door2 [overtuigen, dwingen] be conclusive/convincing3 [benauwen] oppress
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский